Nr.30 eindigde met: “Ik vroeg hen toen of ze deze jonge man kenden. Ze hadden geen idee………!”
Je zult dit misschien vreemd vinden, maar ik had mijn getuigenis op zulk een manier gegeven dat ze geen idee hadden dat ik het over mezelf had en ze waren heel verbaasd en ook bewogen toen ik hen dat vertelde. Nadat de samenkomst geëindigd was zei de vader tegen de jonge mensen dat ze het voorbeeld van Marina en haar vrienden moesten volgen en niet het zijne met de drank. De meeste jongelui vertrokken, maar enkelen bleven en we konden nog verder met hen spreken en een paar namen de Here Jezus aan.
Ons team bleef overnachten bij bekenden van Marina. ’s Zondags zijn we naar een ander dorp gereden waar Marina een Bijbelclub had. We hebben huisbezoeken afgelegd om mensen uit te nodigen naar een huissamenkomst. Ik heb die geleid en Marina speelde haar accordeon voor het zingen. Het vrouwelijk staflid sprak over haar zendingswerk in Cuba, waarna ik de prediking deed. Ik ondervond echt de hulp van de Heer en was zeer verbaasd dat ik zulk een vrijheid had om te spreken. We hebben in de namiddag nog meer bezoeken afgelegd, waarna we terug reden naar het College. We waren heel blij en tevreden over de vruchtbare en gezegende tijd die we hadden gehad. Voor mij was het een echte bevestiging van Gods roeping voor dit soort werk. Ik wist toen natuurlijk nog niet dat ik gedurende de volgende 50 jaar in honderden van zulke huissamenkomsten zou spreken en veel mensen tot geloof zou zien komen en vele levens veranderd zien.
Marina moet ook heel blij geweest zijn want ik kreeg een brief van haar waarin ze schreef dat ze zo dankbaar was dat ik meegekomen was en het initiatief genomen had in leiding en prediking, hetgeen zij vroeger zelf gedaan had, maar er nooit als vrouw comfortabel mee geweest was.
Ongeveer een maand later was er weer zo’n evangelisatieweekend en een aantal van studenten van het College gingen met Marina mee. Ik was één van hen……………! (Ga naar Overpeinzingen)