Nr.13 eindigde met: “(En vergeet het kalf niet).”
Hier was ik nu in een klein dorpje met zo’n 100 mensen, te midden van de prairies, meer dan 60 km van de dichtstbijzijnde stad, in een Bijbel College. Nu, in geval dat sommigen van u menen dat zo’n College een saaie plaats is en dat de studenten niets anders doen dan de Bijbel bestuderen en bidden, laat mij jullie iets vertellen over sommige andere dingen die daar gebeuren. Laten we eens terugkeren naar dat kalf!
Op een dag zaten we rond de tafel in de eetkamer met een staflid, de leidster van de vrouwelijke studenten. Zij zei plots, “Het is hier zo stil de laatste tijd, er gebeurt niets. Toen ik hier College liep hadden we dikwijls veel plezier met grappen uit te halen en zo.” Ze had beter moeten weten dan om dat in mijn aanwezigheid te zeggen. Terug in mijn kamer sprak ik er over met mijn kamergenoot en begonnen we te denken en overleggen wat we zouden kunnen doen. Iedere avond terwijl wij in bed lagen waren we plannen aan het bedenken en uiteindelijk besloten we een kalf uit de schuur te halen en los te laten in het meisjes studentengebouw. En zo, op een koude winteravond, of nacht liever, rond 1 uur, slopen we samen naar de schuur en droegen een klein kalf naar dat gebouw. We konden binnen doordat de deur van de verwarmingplaats niet op slot zat. We lieten het kalf los op de benedenste verdieping en renden naar buiten, na eerst het brandalarm aangezet te hebben, zodat alle meisjes wakker werden. De leidster die ons geïnspireerd had ging naar beneden waar een aantal meisjes rond het kalf stonden en op de een of andere manier kreeg ze het klaar het kalf de korte trap op naar de begane vloer te brengen en het achter te laten in de kleine inkomsthal. Ze was van plan om de volgende morgen iemand te bellen om het dier te komen halen. Maar wat zij niet wist, en wat wij ook niet wisten, was dat het kalf ziek was en diarree had……….! (Ga naar Overpeinzingen)