Nr.82 eindigde met: “Dit wordt gezegd van de Joodse priesters, maar mijn katholieke luisteraars dachten dat het om hun priesters ging. Wat nu………?” (Zie richardandmarina.net).
Aan de hand van Hand.17:24 toonde ik hen dat God niet langer woont in tempels door handen gemaakt, maar dat Hij nu verblijft in iedere ware gelovige, 1Kor.6:19, en in alle gelovigen samen, die de “Gemeente” van Christus vormen, 1Kor.3:16. In 1Petrus 2:5 staat er dat wij, als we echte gelovigen zijn, gebouwd worden tot een geestelijk huis (tempel), om een heilig priesterschap te vormen, een koninklijk priesterschap, vers 9. En in Openb.1:5, en 5:10 staat er dat Jezus ons priesters gemaakt heeft, ongelooflijk! Ik zei hen dan ook om dit niet te vertellen aan hun familieleden en vrienden, want zij zouden wel eens kunnen denken dat er iets mis gegaan was met hen. 🙂 Stelt u voor, een gewone katholiek die zegt: “Ik ben een priester!” En toch is dat zo, en wat de Bijbel ons leert.
Toen we nog in Antwerpen woonden gebeurde er iets op een zaterdagnamiddag. Sommigen van u die dit verhaal volgen zullen zich misschien herinneren dat ik mijn rechter schouder verschillende malen ontwricht heb. Dit gebeurde tweemaal op het Bijbel College en eenmaal in Californië terwijl ik hoog in een amandelboom stond met een zware knuppel in mijn handen om op de takken te slaan en zo de amandelen op de grond te doen vallen. Ik hief mijn handen zo hoog mogelijk en wou slaan, toen mijn schouder opnieuw uit de kom schoot. Daar stond ik, hoog in de boom met mijn linkerhand mijn rechterarm vasthoudende, terwijl ik probeerde mijn evenwicht te bewaren en heel veel pijn had. Iemand kwam met een lange paal en hield die tegen mijn borst, waarop ik leunde en langzaam mijn arm terug in de kom draaide, wat gelukte, en dat was een wonder! Wat een opluchting! Wel, op deze zaterdagnamiddag in Antwerpen ontwrichtte ik mijn schouder opnieuw. Marina belde onze medewerker die mij naar het dichts bijgelegen ziekenhuis bracht dat door nonnen geleid werd. Zij brachten mij onder narcose, zetten de schouder terug in de kom en zeiden dat ik een nacht in het ziekenhuis moest blijven, Maar er was nergens een bed vrij behalve één, in het moederhuis…………! (Ga naar Overpeinzingen)