Nr.32 eindigde met: “Ik greep het stuur goed vast en zei, “Als ik ooit een vrouw krijg, wil ik iemand die de Heer liefheeft zoals jij.” Wij reden diep in gedachten terug naar het College……….!”
Het klikte tussen ons vanaf het begin, nee, het was geen liefde op het eerste gezicht, het was ook geen verliefdheid, in feite, het duurde nogal voordat er van liefde sprake was. Uiteindelijk kwam dat natuurlijk en is nu sterker dan ooit, maar in het begin was het onze liefde voor de Heer en onze wederzijdse passie voor Hem en ons sterk verlangen om in vuur en vlam te staan voor hem wat ons samenbracht. En daarbij onze gedrongenheid om te evangeliseren, om de blijde boodschap van Jezus bij de mensen te brengen. We hebben dit nog steeds en dit is één van de redenen waarom ik dit schrijf, hopende dat sommigen aangeraakt zullen worden door de Heer.
Marina en ik bleven met elkaar corresponderen en elkaar ontmoeten als zij naar het College kwam. Het leek alsof de Heer ons meer en meer tot elkaar bracht. Het scheen echt het werk van de Heilige Geest die onze harten verenigde in onze liefde en dienst voor de Heer. Tegelijkertijd vond er een strijd plaats in mijn hart zoals ik dat ook in Californië ervaren had toen ik dat geweldige aanbod kreeg om naar de universiteit te gaan en dokter te worden. En nu kwam er weer zoiets, deze keer een vrouw. Ik vroeg me af of dit misschien ook het werk van de tegenstander was om me af te leiden van Gods echte doel met mij, het wonderlijke evangelie van Christus te prediken. De strijd was hevig, wat moest ik doen?
Ik wist niet dat Marina eenzelfde strijd aan het meemaken was, totdat ik een brief van haar kreeg. Hier is een klein uittreksel, “Ik voel de ernst van dit alles en ik heb tot de Heer geroepen zoals nooit tevoren, Uw wil geschiede, o God help me Uw wil te kennen.” We waren beiden zeer bevreesd buiten de wil van de Heer te gaan, zoals de eerste twee mensen dat in de Hof van Eden gedaan hadden. Maar hoe konden we de wil van de Heer kennen………? (Ga naar Overpeinzingen)