Nr.141 eindigde met: “En wij hebben velen echt gelovig zien worden, niet alleen in onze streek, maar overal in België, fantastisch! Er was echt veel aan het gebeuren……………..!”” (Zie richardandmarina.net).
Jazeker, voor een periode van ongeveer 20 jaar, van begin jaren ‘70 tot begin jaren ‘90, hadden wij een “open deur” in België. Mensen waren verward en wisten niet meer wat nog te geloven. Als een seminarie professor die later bisschop werd niet wist of hij naar de hemel zou gaan wanneer hij stierf, en wanneer godsdienstleraren de kinderen op school vertelden dat de Bijbel een onbetrouwbaar boek was, vol wetenschappelijke onzin en historische fouten, wat dan nog te geloven? Wat kan men verwachten wanneer bijvoorbeeld onze drie dochters die naar een zeer Katholieke middelbare school gingen verteld werd dat Jezus niet uit het graf opgestaan was, want “zoiets is toch niet mogelijk?” Maar dit gaf ons dan wel de geweldige gelegenheid de Bijbel als het echte woord van God te verkondigen en het evangelie te presenteren als de ware en onveranderlijke blijde boodschap van God. Toen sommigen dit geloofden en hun levenswandel veranderde, werden anderen geïnteresseerd en begonnen de Bijbelstudies bij te wonen. En zo gebeurde het dat over een periode van 20 jaar 24 christengemeenten ontstonden, eigenlijk meer, maar naar enige tijd smolten een paar kleinere gemeenten samen, en hielden een paar kleine vergaderingen onder de Belgische soldaten die in Duitsland gestationeerd waren, op te bestaan daar de soldaten teruggeroepen werden naar België.
Maar die speciale periode van zegen en groei hield op, een periode gedurende welke ieder week, en soms gemiddeld zelfs iedere dag mensen echte wedergeboren christenen werden. Waardoor hield het op? Niemand weet dat eigenlijk. Maar door de hele kerkgeschiedenis heen merken we op dat op bepaalde tijden of plaatsen God iets specials deed. En zo ook in België en wij hadden het voorrecht daar aan deel te mogen hebben. Toch geloof ik dat onze manier van evangelisatie en gemeentestichting daar ook iets mee te doen had. Wij gebruikten niet zozeer de traditionele manieren van evangelisatie, zoals van deur tot deur gaan, openluchtsamenkomsten, campagnes houden, enz. Wij ontdekten dat woonkamers de beste plaats waren om mensen met het evangelie te bereiken. Daar hielden we onze Bijbelstudies en daar zijn ook enkele gemeenten ontstaan. Dit zien we ook in het N.T., denk maar aan de woorden in de brieven van Paulus, “de gemeente bij hen aan huis.” Misschien moeten we daar opnieuw naar terug, of gaan we in de toekomst door vervolging gedwongen worden om daar naar terug te gaan, zoals dat nu al het geval is in vele delen van de wereld. Zijn we ons daarop aan het voorbereiden……………..? (Ga naar Overpeinzingen).