Nr.194 eindigde met: “En dan eindelijk, kort voordat we naar Canada vertrokken konden we in ons droomhuis intrekken, ons geschonken door de Heer, wat een vreugde……..! (Zie richardandmarina.net).
Het was ongeveer drie jaar geleden dat we nog in Canada geweest waren. Na enkele maanden van familie en vrienden bezoeken, en zo’n 30 keer gepredikt te hebben, keerden we terug naar België. Maar gedurende de zomer van 2006 waren we weer in Canada en deze maal met ons hele gezin, kinderen en kleinkinderen, omdat er een Funk (Marina’s) familiereünie ging plaatsvinden. De laatste keer was lang geleden en onze kleinkinderen hadden nog nooit hun Canadese familieleden ontmoet.
De Heer was zo goed en voorzag in alles. We vlogen naar Calgary in Alberta waar één van Marina’s broers twee auto’s voor ons had gehuurd. We reden naar een tweede broer die een boerderij had bij Three Hills, AB. Onze kleindochters waren zo onder de indruk van het uitgestrekte landschap en de lange wegen. Al rijdende zei één van hen, “Komt er nu nooit een eind aan deze weg?” Stel u voor hoe groot hun verbazing was toen we een paar dagen later van de boerderij naar de hoofdweg reden, links af sloegen en ongeveer 500 km op diezelfde weg bleven door een deel van Alberta en Saskatchewan om dan plots rechts af te slaan en aan te komen in het Pike Lake Provinciale Park waar de reünie plaats vond. Het was een fantastisch weekeind met ongeveer 110 mensen. Marina komt uit een gezin van elf kinderen.
Na de reünie reden we terug naar Calgary en brachten we enige tijd door in de Rocky Mountains. In België wonen betekent dat je maar een dag rijden van Zwitserland en Oostenrijk bent. We vinden de Alpen heel mooi, maar de Rocky Mountains heel majestueus. We waren allemaal zeer onder de indruk van Gods wonderbaarlijke schepping.
Onze kinderen en kleinkinderen vlogen terug naar België, terwijl Marina en ik een tussenstop maakten in Toronto om oudste dochter Rosa te zien, die omwille van haar ziekte niet op de reünie aanwezig kon zijn. De volgende drie jaren in België waren vol met predikingen, onderwijs geven, raad geven en samenkomen met gemeenteleiders. Marina bestede haar tijd aan het bemoedigen van vrouwen door hen te bezoeken en/of te bellen. Maar we begonnen ons meer en meer vermoeid te voelen en ik begon het steeds moeilijker te krijgen met sommige problemen. En zo begonnen we ons vragen te stellen over onze toekomst. Er waren zo’n 24 gemeenten en een heel aantal werkers, was het daarom nodig voor ons om in België te blijven? En was het wel juist dat we financiële steun van onze thuisgemeente en anderen bleven ontvangen terwijl we niet meer zo actief waren? Zou het niet beter naar jongere werkers gaan?
In 2008 maakten we een korte reis naar Canada om te zien hoe de Heer zou leiden…………! (Ga naar Overpeinzingen).