Nr.182 eindigde met: “Na tien dagen mocht ik naar huis, maar niet voor lang, wij wisten toen niet dat we hier spoedig zouden terug zijn…………!” (Zie richardandmarina.net).
De cardioloog had mij verteld dat ik 20% van mijn hart kwijt was en het dus rustig aan moest doen. Ik vond het moeilijk een heel aantal Bijbelstudies en predikingen te moeten afzeggen. Mijn lieve echtgenote zorgde goed voor mij. Op een namiddag stond ik gebukt wat onkruid te trekken, toen ik mij al bukkende wat draaide, hoorde ik een soort plof in mijn onderrug. Ik stond recht en voelde een doffe pijn daar, maar het viel mee en het was dragelijk toen we bezoek kregen uit Antwerpen.
Maar toen ik de volgende morgen op het bed zittende mijn kous wou aandoen, schoot de pijn door mijn rug en toen ik rechtop stond kon ik mijn linkervoet niet op de grond krijgen. Het was echt erg. Marina belde de dokter die mij een spuit voor de pijn gaf. Hij keek mij aan en zei toen, “Ik heb nog nooit iemand zo wit gezien.” Ik heb een hele week met mijn benen op hoge kussens in bed gelegen, maar het beterde niet en dus kwam de dokter terug en belde een ambulance die mij terug bracht naar de kliniek. Ik verbleef daar voor een week terwijl ze foto’s en zo namen en tot de conclusie kwamen dat ik een hernia had en geopereerd moest worden. De dag na de operatie lag ik ‘s avonds in bed en ging er plotseling een alarm af. De verpleegster draaide het voeteneind van mijn bed omhoog, waardoor mijn hoofd lager was. Er werd bloed afgenomen en kort daarop kwam het nieuws dat ik een tweede hartinfarct had. En dus terug naar de intensieve afdeling. Na tien dagen mocht ik weer naar huis maar moest in bed blijven. Om het verhaal kort te houden, in het geheel lag ik 55 dagen op mijn rug. “God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst.” 🙂
Tegelijkertijd, terwijl ik voor enige tijd uitgeschakeld was ging het werk van de Heer door. Er kwamen nog steeds mensen tot geloof en werden aan de gemeenten toegevoegd. Maar toch waren dingen aan het veranderen. De eerste 20 jaar was de pioniersfase geweest waarin velen tot de Heer kwamen en veel gemeenten gesticht werden, maar nu kwamen we aan de stabilizerende fase. Er was meer structuur nodig, de gelovigen moesten groeien en leiders dienden gevormd te worden. De bekering van zoveel mensen was natuurlijk geweldig geweest, maar deze fase, waarin mensen en gemeenten tot volwassenheid kwamen en velen actief werden in zondagsschool werk, kamp activiteiten, leiderschap in de gemeente en andere activiteiten was ook echt belonend. Jezus was Zijn gemeente in Belgie aan het bouwen, stap voor stap, en op dat ogenblik, zonder mijn inbreng, geweldig……………! (Ga naar Overpeinzingen).