Nr.146 eindigde met: “Maar nu, hoe staat het met West Vlaanderen? Wel, ik kreeg een telefoontje van Ingrid, de dokters vrouw in Peer……!” (Zie richardandmarina.net).
Wonderlijk, wat een klein telefoontje al niet teweeg kan brengen! Ingrid belde mij om te vragen of ik een echtpaar in West Vlaanderen kon bezoeken. De vrouw, laat ik haar Christiane noemen, was een penvriendin. Een keer per jaar gingen zij en haar man, ik noem hem Tony, voor een weekeind bij Ingrid en Phillip in Peer op bezoek. Zij waren daar juist geweest en de dokter en zijn vrouw hadden met hen over de Bijbel gesproken, en zo gingen zij naar huis met een Bijbel in hun bezit. Nu belde Ingrid om te zeggen dat Tony de Bijbel aan het lezen was en of ik hem en zijn vrouw kon bezoeken. Ik zei dat ik mijn best zou doen en legde neer. Maar, eerlijk gezegd, ik was er niet zo blij mee, ik had al zoveel te doen en nu ook nog naar West Vlaanderen gaan? Het leek gewoon een beetje teveel.
Maar ik ging toch en ik mocht binnenkomen. Christiane zette heel goede koffie waarvan ik echt genoot, terwijl Tony mij vertelde over zijn ervaring met de Bijbel. Hij was een raap of wortel, ik weet het niet meer, aan het eten, en zo met zijn mond half vol en op zijn West Vlaams, was hij tegen mij bezig. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hem moeilijk kon verstaan, vooral ook omdat zijn verhaal zo vreemd klonk. Hij vertelde me hoe hij de Bijbel vanaf het begin was gaan lezen en begrepen had dat God ons bomen en planten als voedsel had gegeven. In Genesis hoofdstuk drie zegt Eva dat ze van alle bomen mochten eten behalve van de boom van kennis van goed en kwaad. Tony had een lange tuin met achter in wat bomen en struiken, waarvan er enkele heel giftig waren. Aangezien God gezegd had dat we van alle bomen mochten eten, dacht hij dat eens uit te proberen en at wat van dat giftige spul en gaf er ook van aan een klein varken, een big in zijn schuurtje. Dat stierf nog diezelfde dag, maar Tony, behalve wat krampen of zo, was o.k. Ik begreep het niet helemaal en kon ook zijn redenering niet goed volgen, maar op de een of andere manier kwam hij tot de conclusie dat de Bijbel het woord van God was. Ik kom hier later nog op terug.
Na enige tijd, na mijn koffie opgedronken te hebben, vertrok ik. Terwijl ik naar huis reed vertelde ik de Heer dat ik niet wist wat ik hier van denken moest en dat Hij maar voor deze mensen moest zorgen. Maar enige tijd later belde Ingrid opnieuw en vroeg of ik hen nog eens kon bezoeken want ze schenen echt geinteresseerd te zijn. En dus, met een beetje een bezwaard hart ging opnieuw, mij afvragende wat ik deze maal te horen zou krijgen! Ik had nooit kunnen raden waar dit uiteindelijk toe zou leiden, wacht maar tot u dat hoort…………..! (ga naar Overpeinzingen).