MUSINGS OF AN “OLDER” MAN”. Nr.175.

Standard

Nr.174 ended with, “On Easter Sunday, March 26, 1989, we held our first Sunday service in the gym of the Alma public school, a new church had been started, Jesus must have rejoiced………..!” (See richardandmarina.net).

The church continued to meet in the school until the end of June, then arrangements were made with the Presbyterian Church to rent their building. This continued for 7 1/2 years, but because the school had made a major addition, the church went back there for 3 1/2 years. In November of ’92, land was purchased and, to make a long story short, on September 10, 2000, the first Sunday service was held in the new building. Every time I drive through Alma now and pass this building I thank God for all He has done. There are now about 150 – 200 people belonging to this church. Of course, we were there only for the first two years. During the summer of ’89 we held a summer lawn club on one of the farms. Marina, with help from others organized this and it was a great time, with a wonderful closing meeting to which many parents and others came.

The greatest joy on earth is to serve the One who loved us and gave Himself for us, and so, even though we couldn’t be in Belgium, the Lord gave us plenty of opportunities to serve Him. Besides working with the new church, I spoke at a number of conferences, in Canada and the US and in different churches. I also made two more trips to Belgium and other European countries to speak at conferences, staying each time for almost two months.

Coming back to Canada was so different than when we used to come “home” on furlough and we would stay with our friends, Len and Vi Bearinger on the farm, where our children enjoyed the little black and white piglets and we all feasted on strawberries, peaches and cream and sweet corn. After they had moved into town we stayed with them there. We thanked God for their hospitality. But now I came back to our own apartment where Marina and Rosa were waiting for me. Rosa’s physical condition was deteriorating and we couldn’t find the right kind of help. It was very difficult and frustrating! At one time when I had been alone in Belgium, I had phoned Marina and she told me how weak Rosa was and she started crying and saying, “Why do we have to be missionaries?” It almost tore my heart out. Now back in Elmira, I became so desperate that I finally took a note to one of the elders telling that I was quitting as a missionary and that I was going to get a job here in Canada and stay with Rosa………………! (Go to Musings).

 

OVERPEINZINGEN VAN EEN “OUDERE” MAN. Nr.175.

Standard

Nr.174 eindigde met: “Op Paaszondag, 26 maart, 1989 hielden we onze eerste zondagsdienst in de sportzaal van de lagere school in Alma, een nieuwe gemeente was opgestart, Jezus moet zich verheugd hebben………………….!” (Zie richardandmarina.net).

Tot eind juni bleef de gemeente samenkomen in de school, maar omdat die niet gebruikt kon worden gedurende de zomermaanden, kwamen we overeen met de Presberiaanse Kerk om hun gebouw te huren, en dit gedurende 7 1/2 jaar. Maar toen de school bijgebouwd had, ging de gemeente terug daar samenkomen voor 3 1/2 jaar. In November van ’92 werd een stuk grond aangekocht, en om een lang verhaal kort te houden, op 10 september 2000 werd de eerste dienst gehouden in het nieuwe gebouw. Iedere keer als ik nu door Alma voorbij dat gebouw rij, dank ik de Heer voor wat Hij gedaan heeft. Er komen nu zo’n 150 tot 200 mensen naar deze kerk. Natuurlijk waren wij daar alleen maar de eerste twee jaar. Gedurende de zomer van ’89 hielden we een bijbelclub buiten op het gazon van een boerderij. Marina met de hulp van anderen leidde dit en het was geweldig. We hadden een fantastische afsluiting waar veel ouders en anderen naar toe kwamen.

Gedurende ons verblijf in Canada waren we niet inactief, we hielpen met de nieuwe gemeente en daarnaast sprak ik op een aantal conferenties in Canada en de VS, alsook in vele gemeenten. Ik ging ook nog tweemaal voor ongeveer twee maanden naar België and andere Europese landen om op conferenties te spreken.

Terugkomend in Canada was zo anders als vorige malen wanneer wij op “verlof” kwamen en dan bij onze vrienden Len en Vi Bearinger verbleven op de boerderij, waar onze kinderen veel plezier hadden met de kleine zwart witte biggetjes en wij allemaal genoten van aardbeien, perziken met room en zoete mais. Nadat de Bearinger’s naar Elmira verhuisd waren, verbleven wij daar bij hen. We dankten de Heer voor hun gastvrijheid.

Maar nu kwam ik terug naar ons eigen appartement waar Marina en Rosa op mij zaten te wachten. Rosa’s lichamelijke conditie was aan het verslechteren en we konden maar niet de juiste hulp voor haar vinden. Het was heel moeilijk en frustrerend. Toen ik nog alleen in België  was belde ik Marina op een bepaald ogenblik en zij begon te huilen en zei, “Waarom moeten wij zendelingen zijn?” Het brak bijna mijn hart. Toen ik eenmaal terug was in Elmira, werd ik zo wanhopig, dat ik een briefje schreef en naar één van de oudsten bracht, waarin stond dat ik ging stoppen met zendeling te zijn en hier in Canada werk ging zoeken om bij Rosa te kunnen blijven………………….! (Ga naar Overpeinzingen).